DE WERELD VAN LOTTI

schilderijen en beelden van Lotti van der Gaag (1923-1999)

expositie:
26 november 2025 t/m 27 februari 2026

 

Nadat Galerie Quintessens in 2022 van Lotti van der Gaag vroege beelden en tekeningen exposeerde, focust de galerie zich de komende maanden op haar geschilderde oeuvre. Het gaat om opvallend expressieve en kleurrijke schilderijen van ná 1960, toen de verhouding beelden versus schilderijen wezenlijk veranderde. Het beeldhouwen raakte op de achtergrond, niet in de laatste plaats vanwege de hoge kosten van het bronsgieten. Na 1970 maakte zij nog zelden beelden.

 


Lotti en dochtertje eind jaren ’50 in de Rue Santeuil, Parijs.

 

Lotti van der Gaag (1923-1999), die vele decennia afwisselend in Parijs en Den Haag woonde, is vooral bekend geworden als dé beeldhouwster, die kort na 1950 nauw betrokken was bij Cobra. Deze internationale avant-garde beweging werd in 1948 in Parijs opgericht. Lotti vestigde zich in 1950 in de Franse hoofdstad, nadat zij in het Amsterdamse Stedelijk Museum de expositie ‘13 Beeldhouwers uit Parijs’ zag. Kort daarna volgde zij lessen bij Ossip Zadkine, die zij hogelijk bewonderde.

Het ontbrak haar aan geld voor een behoorlijk onderkomen, modellenwerk stond haar tegen, waardoor zij noodgedwongen schoonmaakbaantjes aannam. Zij belandde in het ateliercomplex met Cobra-ateliers van de Rue Santeuil in Parijs, plakte iedere avond de ramen af, werkte er maar woonde er ook, weliswaar illegaal. Er ontstonden -onder invloed van Zadkine- opengewerkte beelden van klei of gips met uitstulpsels in alle richtingen. Opvallend krachtig zijn ook de grote houtskooltekeningen uit deze jaren.

 


‘Enseigne episcopal’, 1961, olieverf/doek, 66,5 x 88 cm.

 

Ook de schrijver Simon Vinkenoog, en de Cobra-schilders Corneille en Karel Appel werkten in dit voormalige huidenpakhuis, waar het verschrikkelijk stonk. In een gesprek met journaliste Bibeb in 1987 vertelde Lotti hoe teleurgesteld zij was over de minimale belangstelling voor haar werk tijdens deze creatieve beginperiode. Daar kwam nog bij dat zij -net als de schilderes Doortje Tuynman- door de verschillende mannelijke kunstenaars van de Cobra-beweging werd ‘weggemoffeld’. Zij kon in deze Parijse jaren nauwelijks rondkomen. Haar relatie met de schilder Kees van Bohemen liep op de klippen en de zorg voor haar dochtertje kwam op haar neer. Zij liep in Parijs van galerie naar galerie, samen met haar dochtertje en twee schildpadden in haar zak, meestal zonder succes. Zij deed tegelijkertijd ook haar best om bevriende kunstenaars exposities te bezorgen. Terwijl die ‘vrienden’ hun relaties liever voor zichzelf hielden.

Cobra-kenner Willemijn Stokvis zou Lotti later als Cobra-kunstenares bestempelen, na haar eerder over het hoofd te hebben gezien. De Cobramannen Corneille en Appel ten spijt, van wie zij -ook vele jaren later- niet mocht meedoen aan de exposities die aan de groep werden gewijd.

Inmiddels wordt deze vrouwelijke pionier in één adem genoemd met de kunstenaars die zich eertijds verzetten tegen haar deelname aan Cobra-presentaties. In de jaren ’80 was de faam van Lotti als beeldhouwster-schilderes op de achtergrond geraakt. Dat bleek van korte duur te zijn. De gemeente Utrecht gaf in 1991 haar grote, expressionistische beeld ‘De denker’ een ereplaats: ‘De denker’ overziet vanaf dat jaar vanaf een hoge sokkel de lommerrijke Maliebaan. In 2023 eerde het Cobra Museum in Amstelveen haar met een groot overzicht. Het Stedelijk Museum Schiedam liet in het najaar en de winter van 2022 op de expositie ‘Festival der liefde’ uitsluitend schilderijen en tekeningen van haar hand zien.

 


‘Les manifestations II, mai - juin’, 1968, olieverf/doek, 45,5 x 65 cm.

 

De eerste reeks schilderijen die kort na 1960 ontstond, is geschilderd in aardtinten. Met de kronkelige donkere lijnen en nadruk op de materie sluit deze serie goed aan bij de internationale ‘informele kunst’ die toen furore maakte. In de min of meer geabstraheerde composities met ‘natuurprocessen’ is er sprake van verwantschap met o.a. Jean Dubuffet. Succes bleef niet uit. Haar overzicht in 1962 in het Stedelijk, met zowel beelden als vele schilderijen, was een succes.

De droomfiguren, dieren en oermensen, dezelfde fantasiewezens waarmee zij eerder in haar driedimensionale oeuvre bekendheid kreeg, keerden daarna in de nieuwe schilderijen terug. Ze zijn fantasierijk en vol energie. Opvallend vrij geschilderd, met veel kleur en wit, soms met de achterkant van een lepel om strepen in de dikke verf aan te brengen. Daarom werd Lotti in Frankrijk ook wel de ‘peintre à la cuière’ (de lepelschilder) genoemd.

 


'L’enterrement d‘une sainte’, 1972, olieverf/doek, 65 x 90 cm.

 

Behalve dat haar schilderijen treffend de tijd weergeven, speelt een enkele keer de actualiteit van een moment of korte periode een rol. De mei-opstand van 1968 was aanleiding voor het schilderij ‘Les manifestations II, mai - juin’, waarvan zij ook de lijst van tekst voorzag. Zij vertelde later dat zij destijds ‘doodsbang’ was, terwijl haar dochtertje de protesten ‘wel spannend’ vond.

Soms is Lotti zelf te herkennen in haar composities, zoals in ‘L’enterrement d‘une sainte’ uit 1972. Geheel naakt, afgezien van een typische ‘oversized’ bril, wordt zij omringd door vier al dan niet goedaardige fantasiewezens. Alles in het schilderij lijkt in beweging, grenzeloos en vrij. Zij lijkt geen hinder te hebben van de sprookjesachtige figuren om haar heen. Er is sprake van ‘levendige spanning’, zoals kunstcriticus-museumdirecteur Bram Hammacher vele jaren eerder haar werk eens typeerde.

 


Lotti en de Nederlandse schrijver Bert Schierbeek, 1962.

 

 

Bekijk de uitnodiging bij deze expositie

 

 

 

Contactgegevens

Nieuwegracht 53
3512 LE Utrecht

+31 (0) 651453501

info@galeriequintessens.nl

openingstijden tijdens expostities:
woe. t/m zat. 12-17 uur
en tevens op afspraak

Instagram Quintessens op Instagram